In 2012 had ik een bijzondere ontmoeting in het AMC, het Amsterdams Medisch Centrum. Terwijl ik op behandeling wachtte, zat er een man voor me met zijn rug naar me toe. De stoel waarin hij zat zag er ongewoon comfortabel uit vergeleken met wat je in een ziekenhuis zou verwachten. En overal lagen kussens om hem heen.
Laat in de middag, toen alle andere patiënten al weg waren, wachtten mijn vrouw en ik nog steeds op mijn behandeling. De man in de stoel stond heel voorzichtig op en draaide zich naar ons toe om een gesprek te beginnen. We werden meteen getroffen door zijn zachtaardige verschijning. We spraken over zijn werk en het mijne, over oprichter en CEO zijn. Maar al te vaak herinnerde hij me eraan dat hij, voordat hij zakenman werd, boer was. En elke keer als hij het over boer zijn had, begonnen zijn ogen te twinkelen. Niet toen hij het had over zakenman zijn.
Na een tijdje verschoof het gesprek naar waarom hij het ziekenhuis bezocht. Hij vertelde ons dat hij zes maanden geleden met succes was behandeld voor een zeldzame vorm van botkanker en naar huis was gestuurd. Dus, waarom ben je hier, vroeg ik hem. Hij had een nog zeldzamere vorm van botkanker ontwikkeld en dat deed hem enorm veel pijn. Vandaar de kussens. Ik vroeg hem of hij in afwachting was van chemo of een andere behandeling. Hij schudde zijn hoofd. Zijn toestand kon niet langer behandeld worden. Ik vroeg hem wat dat betekende. Hij zei verder dat hij nog maar drie weken te leven had.
We waren allebei volledig in shock en hadden ongelooflijk veel medelijden met hem. We spraken nog wat, maar met een zwaar gemoed. Toen de tijd kwam om afscheid te nemen, waren we sprakeloos. Wat zeg je tegen iemand van wie je weet dat hij binnenkort zal sterven? Terwijl Bart ons naar de deuropening liep, voorovergebogen van de pijn, terwijl hij zijn infuuspaal vasthield, stotterde ik: “Bedankt voor je inspiratie, Bart.”
Bart draaide zich om, ging helemaal rechtop staan, gaf me de grootste en stralendste glimlach die ik ooit had gezien en sloeg zijn arm om me heen, terwijl hij zei: “Graag gedaan”. Gepauzeerd. “Doe er iets mee”. We stapten door de deuropening en toen we ons naar de lift draaiden, raakte het me vol in mijn gezicht. Deze man, dit vriendelijke en zachtaardige mens, die alle troost van de wereld hard nodig moet hebben, troost mij! De tranen rolden over mijn wangen en tot op de dag van vandaag, wanneer ik dit verhaal vertel, brengt alleen al de gedachte me tot tranen.
Een paar weken later haastte ik me terug naar het ziekenhuis met 41+ graden koorts. Na 16 dagen van voortdurende behandeling in eenzame opsluiting, met allerlei levensreddende handelingen, lukte het me net om in leven te blijven. s Nachts had ik tijd om over Barts laatste woorden na te denken. Waar ben ik gepassioneerd over? Wat is de boer in mij? Wat laat mijn ogen twinkelen? Om eerlijk te zijn kostte het me enkele jaren om het antwoord te vinden.
Jaren later, toen ik me realiseerde dat ik maar een paar honderd mensen had betrokken bij het werk dat de ‘boer’ in mij naar boven heeft gehaald, de ROUNDMAP™, verloor ik alle hoop. Duizenden uren werk en het enige wat ik had bereikt was het raken van de harten van een paar honderd mensen. Pas toen het tot me doordrong dat Bart maar één persoon nodig had om hem te laten stralen als een lichtbaken in de nacht, lukte het me om elke minuut die die paar honderd mensen met me hadden gedeeld te waarderen en door te gaan.
Uiteindelijk heeft de korte ontmoeting met Bart niet alleen mijn kijk op het leven veranderd en mijn vertrouwen in mensen hersteld, maar me ook de energie gegeven om mijn reis voort te zetten, ondanks alle ontberingen.
Ter nagedachtenis aan Bart Gerrit Veldhuizen(†2012).